Vakantiedagen en ziekte, het is een lastige combinatie. Bij langdurige ziekte rijst bijvoorbeeld nogal eens de vraag hoeveel vakantiedagen de werknemer gedurende die ziekte heeft opgebouwd. Ook de vraag of de werknemer tijdens ziekte vakantie mag of moet opnemen wordt regelmatig gesteld. Antwoorden in dit artikel.
Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen.
Allereerst moet onderscheid gemaakt worden tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Een fulltime werknemer heeft per jaar 20 wettelijke vakantiedagen. Veel werkgevers kennen daarboven nog 4 tot 6 extra vakantiedagen toe. Ook het toekennen van extra vakantiedagen bij langere dienstverbanden (bijv. 1 dag extra per 3 dienstjaren) komt voor. Goede regeling trouwens. Dat zijn dus bovenwettelijke vakantiedagen.
Van de bovenwettelijke dagen kunt u in de arbeidsovereenkomst of in een personeelsreglement bepalen dat deze tijdens ziekte niet worden opgebouwd. Of bijv. alleen over de laatste 6 maanden van de ziekte. Ik adviseer zeker om een dergelijke bepaling op te nemen. De loondoorbetaling bij ziekte alleen is al duur genoeg. Dat dit is toegestaan is in deze rechterlijke uitspraak bevestigd.
Voor de (20) wettelijke dagen geldt dat deze vervallen als ze niet vóór 1 juli van het jaar daarna zijn opgenomen, zie art. 7:640a BW.
Let op: als de werknemer tijdens de ziekte niet in staat is geweest om vakantie te nemen dan geldt de regel van het vervallen van de wettelijke vakantiedagen niet.
Opnemen van vakantie tijdens ziekte
Soms wil de zieke werknemer tijdens de ziekte op vakantie. Het is aan de arbo-arts om te bepalen of dit wel of niet kan. Als het kan dan horen hier vakantiedagen voor opgenomen te worden. Let erop dat dit dan ook gebeurt. Het bespaart u nl. geld.
U als werkgever kunt ook het initiatief nemen om de werknemer tijdens de ziekte vakantie op te laten nemen. Waarmee u voorkomt dat er na de ziekte nog een flinke hoeveelheid vakantiedagen moet worden opgenomen of uitbetaald. Ook hierbij geldt dat de werknemer natuurlijk wel in staat moet zijn om vakantie te nemen. De arbo-arts kan dit bepalen. Heel vaak kan het gewoon. In de eerder aangehaalde rechterlijke uitspraak probeerde de werknemer, zelfs met hulp van een psycholoog, hard te maken dat hij niet in staat was geweest om tijdens zijn ziekte vakantie op te nemen. De rechter ging daar niet in mee.