Bedrijven die op dit moment niet deelnemen aan een BedrijfstakPensioenFonds (verder kortweg: BPF) zijn vaak snel geneigd de vraag in de titel van dit stuk met “Nee” te beantwoorden. Maar misschien moet u er toch even beter naar kijken. Zeker als deze vraag u door een BPF gesteld wordt. Wat is er aan de hand?
Geen premie, toch pensioen
Ten eerste een uitspraak van de Hoge Raad (helaas niet gepubliceerd). Deze hield in dat een werknemer, die kon aantonen dat hij bij een bedrijf had gewerkt dat onder een BPF had moeten vallen, aanspraak kon maken op een pensioenuitkering door dit BPF. Ondanks dat zijn werkgever nooit premie aan dit BPF had betaald. Een forse kostenpost voor dit BPF. BPF-en gaan uiteraard maatregelen nemen om dit soort tegenvallers te voorkomen. Het belangrijkste wat ze zullen doen is pro-actief (sommigen noemen het agressief) controleren of bedrijven eigenlijk niet verplicht bij het BPF aangesloten hadden moeten zijn. Een tweede reden om hier nu eindelijk eens werk van te gaan maken is de lage dekkingsgraad waar veel BPF-en mee kampen. Ik schrijf “nu eindelijk” want eerder waren de meeste BPF-en (StiPP uitgezonderd) hier nauwelijks actief mee. Maar dat gaat dus echt veranderen! Mocht u nu denken dat het zo’n vaart niet loopt, leest u dan even het artikel Scheepsleverancier in de clinch met pensioenfonds over verplichtstelling uit het Financieel Dagblad van 3 april 2017.
Hoe werkt dat?
Het BPF stuurt een vragenlijst naar het bedrijf waarvan ze vermoeden dat het onder de verplichte werkingssfeer van dit BPF valt. Nu kunt u zich natuurlijk op het standpunt stellen dat u niets met dit BPF te maken heeft. U meende immers niet onder de werkingssfeer te vallen want anders was u al verplicht geweest u bij dit BPF aan te melden. En dus gooit u de vragenlijst gewoon weg. Het BPF kan u echter op grond van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 via een gerechtelijke procedure dwingen toch mee te werken. Waarschijnlijk heeft het BPF uw bedrijf gevonden via de SBI-codes bij de KvK, gevolgd door een grondige blik op uw website. Ze sturen u dus niet zomaar zo’n vragenlijst en zullen er ook niet zomaar in berusten dat u niet reageert.
Wat moet u wel doen?
De vragenlijst dan maar even snel invullen is niet verstandig. U kent waarschijnlijk niet alle details van de verplichte werkingssfeer dus het kan gemakkelijk gebeuren dat u via uw antwoorden bevestigt dat u daar wel onder valt. Het beste wat u kunt doen is zelf een werkingssfeeronderzoek laten doen. Daarvoor kunt u terecht bij een advocaat gespecialiseerd in pensioenen, uw accountant of een professionele pensioenadviseur. Dat kost geld maar dit is maar een fractie van de rekening die u van het BPF kunt krijgen. Intussen schrijft u een brief naar het BPF dat u bezig bent met het invullen van de vragenlijst en vraagt u om uitstel. Zodra het werkingssfeeronderzoek klaar is stuurt u dat naar het BPF.
Wat zijn de risico’s?
Het grootste risico is financieel. Als het BPF, desnoods via de rechter, aantoont dat u verplicht bij dit BPF aangesloten moet zijn, dan bent u dat vanaf dat moment ook. U gaat dan dus bij het BPF premie betalen. Als u een particuliere pensioenpolis heeft lopen dan is het uw probleem wat daarmee gebeurt. Kunt u die polis voortijdig beëindigen of moet u daar ook premie voor blijven betalen? De premies die u daarvoor al betaald heeft zult u waarschijnlijk niet terug kunnen vorderen. Mogelijk kunt u de verzekering “afkopen” maar ook dat kost geld. Intussen zal het BPF met terugwerkende kracht de premie bij u vorderen die in het verleden had moeten betalen. De termijn waarover dit gebeurt ligt meestal tussen de 5 en 20 jaar. Het gaat dus bij een redelijk aantal werknemers al snel over tonnen tot miljoenen! Als uw bedrijf dit niet kan betalen dan kunt u daar als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor gesteld worden. Ook al is uw bedrijf een BV. Het kan u dus ook nog uw volledige privé-vermogen incl. uw eigen huis kosten!
Ontevreden personeel, procederen
Verder kan een gedwongen overgang naar een bedrijfstakpensioenfonds ook ontevredenheid onder uw personeel veroorzaken. Die worden immers ongevraagd in een andere pensioenregeling ondergebracht waar ze misschien helemaal niet blij mee zijn. Meestal vanwege een hogere premie, soms ook vanwege meer onzekerheid over de toekomstige pensioenuitkering. Tot slot kost procederen tegen het BPF veel geld en tijd. In zo’n procedure zult u veel documenten moeten aanleveren, zoals uw functie-omschrijvingen. Niet fijn als u die op dat moment nog moet opstellen of “werkingssfeer-proof” moet maken.
Wacht ik op de vragenlijst van het BPF?
Dat is een mogelijkheid. U moet dan wel heel snel een werkingssfeeronderzoek kunnen laten doen en uitstel zien te krijgen bij het BPF. En u loopt risico’s met uw lopende particuliere pensioenverzekering en met mogelijk ontevreden personeel. Tevens kost het u veel tijd, die u op dat moment meestal net niet heeft. Dus zeker als het twijfelachtig is of uw bedrijf onder de verplichte werkingssfeer van een BPF valt (een goede pensioenadviseur zoals Van Eekhout Groep kan u dat zó vertellen) is het verstandig om nu alvast een werkingssfeeronderzoek te laten doen. Blijkt daaruit dat u zich bij een BPF aan moet sluiten dan kunt u daar zelf het initiatief voor nemen. Samen met een deskundige die u daarin begeleidt kunt u vaak voor elkaar krijgen dat het BPF een kortere terugwerkende kracht-termijn voor uw premies hanteert. Of helemaal geen. Of u kunt een betalingsregeling overeenkomen. Met uw pensioenadviseur kunt u uw particuliere pensioenpolis vaak onder gunstigere voorwaarden beëindigen als u daar meer tijd voor heeft.
Meer weten? Neem contact met mij op: 06-50598271
Dit artikel is ook verschenen op het blog van Expand.