Als een medewerker een auto van de zaak heeft, mag hij die heel vaak ook privé gebruiken. Uiteraard moet hij of zij daarvoor een fiscale bijtelling op het loon krijgen en dus belasting betalen, maar dat terzijde. Een vraag die vaak speelt, is of de werkgever de auto mag innemen als de werknemer langdurig ziek wordt. Bij werknemers waarbij het zakelijke gebruik voor het grootste deel bestaat uit woon-werkverkeer, speelt die vraag ook als zo’n werknemer thuis gaat werken.
Gebruik auto van de zaak intrekken mag
Het antwoord op die vraag is Ja, de werkgever mag het gebruik van de auto van de zaak intrekken, mits hij dit in de Gebruiksovereenkomst Auto van de Zaak goed geregeld heeft. Het mag ook in een Bedrijfsautoregeling of Mobiliteitsregeling, als maar vastligt dat de werknemer ermee akkoord is gegaan. En als zo’n bepaling goed geformuleerd is, hoeft de werkgever daarvoor geen compensatie te betalen aan de werknemer.
Privegebruik valt niet onder loondoorbetaling
In deze uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juli 2021 wordt hierover duidelijkheid geschapen. Ten eerste stelde het Hof vast dat het privégebruik van een auto van de zaak niet valt onder het recht op loondoorbetaling bij ziekte (art. 7:629 BW).
Intrekkingsclausule niet in strijd met de wet
Verder: een bepaling in een Gebruiksovereenkomst die zegt dat het gebruik van een auto van de zaak eindigt bij langdurige arbeidsongeschiktheid is niet in strijd met de wet. In de uitspraak ging het om een zgn. Mobiliteitsregeling, dat kan ook. Ook ging het in de uitspraak over een arbeidsongeschiktheidsperiode van 6 maanden maar nergens blijkt uit dat dit een soort minimumtermijn zou zijn. Ik denk dus dat bijvoorbeeld 3 maanden ook acceptabel is.
Geen compensatie
Ten derde had de werkgever in zijn Mobiliteitsregeling duidelijk vastgelegd dat er bij inname van de auto na 6 maanden geen compensatie zou worden betaald. Dat was heel verstandig. Uit de rechtspraak blijkt namelijk wel dat het privégebruik van een auto van de zaak een arbeidsvoorwaarde is.
Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden?
Het gebruik van de auto van de zaak intrekken is normaal gesproken een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Dat kan, met een beroep op ófwel een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst (art. 7:613 BW, zie hierover ook dit artikel), ófwel een beroep op goed werknemerschap (art. 7:611 BW). In beide gevallen zou de werkgever de werknemer hiervoor moeten compenseren. Maar omdat de intrekkingsmogelijkheid in dit geval al in de Mobiliteitsregeling was opgenomen, was dat nu geen wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Waaruit maar weer blijkt dat arbeidsvoorwaarden niet keihard hoeven te zijn, ze mogen aan voorwaarden zijn verbonden.
Voorbeeldclausule
Een voorbeeldtekst van een clausule in een Gebruiksovereenkomst over dit onderwerp:
“Indien werknemer ziek is behoudt hij de beschikking over de auto van de zaak. Werkgever is echter gerechtigd de auto van de zaak in te nemen en daarmee ook het eventuele privégebruik van de auto te beëindigen na 3 maanden ziekte. Indien er sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan werkgever besluiten de beschikking over de auto geheel of gedeeltelijk in stand te laten. Bij gehele of gedeeltelijke beëindiging van de beschikking over de auto is werkgever aan werknemer geen compensatie verschuldigd voor het wegvallen van het privé-voordeel dat hieraan mogelijk verbonden was. Dit artikel is ook van toepassing indien er gedurende 3 maanden een wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden waardoor het aantal zakelijke kilometers (woon-werkverkeer daaronder meebegrepen) met 50% of meer is verminderd en dit naar verwachting nog 3 maanden of meer zal duren. Bijvoorbeeld vanwege thuiswerken.”