Gastblog van Jeanette Daniëls, juriste, partner bij Van Eekhout Groep.

Drie jaar na de invoering van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (wet BeZaVa) is de ‘modernisering Ziektewet’ op 1 januari 2017 afgerond door het samenvoegen van de premies WGA-vast en WGA-flex. De vraag is (en blijft ook na 1-1-2017): “Moet u zich voor het WGA-risico publiek verzekeren bij het UWV of wordt u eigenrisicodrager voor de arbeidsongeschiktheidslasten van uw (ex)-werknemers?

Modernisering ziektewet

De wet BeZaVa (zie ook dit artikel) is begin 2013 in werking getreden en bevat maatregelen om het ziekteverzuim van vangnetters zonder werkgever te beperken. Tot 2014 betaalden alle publiek verzekerde werkgevers voor de ZW- en WGA-uitkeringen van hun zieke (voormalige) flex-werknemers een sectorale premie en voor hun vaste werknemers een gedifferentieerde WGA-premie. Op 1 januari 2014 is voor middelgrote en grote werkgevers ook een premiedifferentiatie ingevoerd voor de Ziektewet- en WGA-uitkeringen van hun flex-werknemers. Dat wil zeggen dat de premie die de werkgever moet betalen, hoger wordt als aan een werknemer die ziek uit dienst is gegaan, een Ziektewetuitkering of een WGA-uitkering wordt toegekend. Voor kleine werkgevers wordt de premie voor zowel de WGA-uitkeringen van vaste werknemers als de Ziektewet- en WGA-uitkeringen van flex-werknemers per sector vastgesteld.

De drie gedifferentieerde premiedelen worden in rekening gebracht voor de financiering van de Werkhervattingskas. De belastingdienst stuurt werkgevers jaarlijks hiervoor een beschikking die de hoogte aangeeft van:

  • Premie WGA-vast: voor uitkeringen aan vaste werknemers die langer dan twee jaar ziek zijn;
  • Premie WGA-flex: voor uitkeringen aan (voormalige) flex-werknemers die meer dan twee jaar ziek zijn;
  • Premie ZW-flex: voor uitkeringen aan (voormalige) flex-werknemers in de eerste twee ziektejaren.

Onderscheid naar werkgeversgrootte

Hoe groter het bedrijf, hoe groter de invloed van de eigen instroom is. Voor kleine werkgevers (werkgevers met een premieplichtige loonsom over 2014 die kleiner is of gelijk aan € 319.000,-) gelden sectorale premies voor elk van de drie premiecomponenten. Zij krijgen dus geen individuele toerekening van de eigen schade.
Middelgrote werkgevers (werkgevers met een premieplichtige loonsom over 2014 die groter is dan   € 319.000,- en kleiner dan of gelijk aan € 3.190.000,-) betalen voor elk van de drie premiecomponenten deels een sectorale premie en deels een gedifferentieerde premie gebaseerd op de eigen schadelast. De verhouding tussen de last van de sector en eigen schadelast wordt door middel van een staffel bepaald. Hoe groter de loonsom, hoe meer de eigen schadelast in de berekening wordt meegenomen.
Grote werkgevers (werkgevers met een premieplichtige loonsom over 2014 die groter is dan € 3.190.000,-) betalen voor elk van de drie premiecomponenten een gedifferentieerde premie die geheel is gebaseerd op de eigen schadelast.

Eigenrisicodragerschap

Als u eigenrisicodrager bent voor de Ziektewet en /of WGA-vast, betaalt u voor het gedeelte waarvoor u eigenrisicodrager bent geen premie aan het UWV (via de Belastingdienst). In plaats van deze premies betaalt u dan zelf de uitkeringen en zorgt u zelf voor de re-integratie van uw zieke (ex) werknemers. Bij aanvraag voor het eigenrisicodragerschap voor de WGA moet een garantstelling van een private instelling aan de Belastingdienst worden overlegd. De meeste werkgevers brengen dit risico onder bij een verzekeraar, die ook de garantstelling regelt.

Samenvoeging WGA-flex en WGA-vast

In 2017 worden de premies WGA-flex en WGA-vast samengevoegd tot één gedifferentieerde premie WGA. U kunt vanaf 1-1-2017 eigenrisicodrager worden voor de WGA-vast én WGA-flex of dit gehele risico publiek verzekeren. Veel verzekeraars zullen vanaf 2017 de eis stellen dat een werkgever die een WGA-eigenrisicoverzekering afsluit, ook eigenrisicodrager voor de Ziektewet wordt. Door eigen regievoering tijdens de Ziektewetperiode blijft dan de instroom in de WGA-flex beperkt.

Nog geen eigenrisicodrager?

Werkgevers die vanaf 1 januari 2017 WGA-eigenrisicodrager worden, kunnen de staartlasten (bestaande ziektegevallen) achterlaten bij het UWV. Er is vanaf die datum dus geen koopsom of premieopslag meer nodig  voor al bestaande ziektegevallen, wat de drempel naar het WGA-eigenrisicodragerschap aanmerkelijk verlaagt.

Geen eigenrisicodrager meer zijn?

Houdt bij uw overwegingen rekening met het feit dat een WGA-eigenrisicodrager die vanaf 2017 terugkeert naar het publiek bestel, niet meer automatisch vier jaar lang het minimale premiepercentage betaalt. Vanaf 2017 wordt de premie voor (middel)grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragen terugkeren naar het UWV, gebaseerd op alle historische WGA-lasten. Dit zijn de WGA-lasten die zijn ontstaan tijdens publieke verzekering bij het UWV én tijdens eigenrisicodragerschap, de zogenoemde ’terugkeerpremie’.

Dit artikel is een samenvatting van dit whitepaper Samenvoeging WGA-flex en WGA-vast in 2017, waarin u meer informatie en duidelijke tabellen vindt.

Naschrift Jos van Calsteren: ik ben zelf ook een samenwerking aangegaan met de Van Eekhout Groep en heb Jeanette Daniëls daarbij leren kennen. Jeanette is in staat om met geringe inspanning van uw kant snel te berekenen of het worden van eigenrisicodrager financieel gunstig voor u is. Heel vaak wel! Voor meer informatie bel 010-4363830.