De WW-premie is de premie die een werkgever betaalt voor de financiering van uitkeringen op grond van de WerkloosheidsWet aan ontslagen werknemers.

Tot 2020 bestond de WW-premie uit 2 delen, een basispremie en een sectorafhankelijke premie. Werden in uw sector veel WW-uitkeringen betaald, dan betaalde u ook een hogere premie. Deze sectorpremie is volledig vervallen. Vanaf 1-1-2020 is er een lage WW-premie van 2,94% en een hoge WW-premie van 7,94%. (Percentages van 2020, het verschil is altijd 5 procentpunt.) De lage premie mag u alleen toepassen als de medewerker een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft voor een vast aantal uren. Ook bij een BBL-overeenkomst of een medewerker tot 21 jaar die 12 uur per week of minder werkt past u de lage WW premie toe. In alle andere gevallen, dus bij tijdelijke contracten en contracten met niet een vast aantal uren (nul-uren contracten en min-max contracten) moet u de hoge WW-premie toepassen. Zie voor alle details het artikel De hoge WW-premie (en hoe die te vermijden)

Tip: de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met vast aantal uren moet echt schriftelijk en als zodanig in uw administratie aanwezig zijn. Het mag dus geen addendum o.i.d. zijn op een tijdelijk contract en zeker geen stilzwijgende verlenging van een tijdelijk contract. U had tot 1 juli 2020 de tijd om dit alsnog te regelen. Leest u dit na 1 juli 2020, antidateer het contract dat u nu alsnog gaat opmaken op een datum vóór 1 juli 2020. Als u te laat bent moet u alsnog met een jaar terugwerkende kracht de hoge WW-premie afdragen plus 100% boete.