De Wet Verbetering Poortwachter (vaak afgekort tot Poortwachter of WVP) houdt in dat zowel de werkgever als de werknemer een re-integratieverplichting hebben bij langdurige ziekte van de werknemer. Voor de werkgever zijn dat de volgende punten:

  • uiterlijk binnen 1 week na de ziekmelding de medewerker ziek melden bij de arbodienst/bedrijfsarts
  • contact houden met de zieke medewerker (meestal wekelijks maar afhankelijk van de aard van de ziekte). Maak hier een schriftelijk verslagje van, archiveer dat in het verzuimdossier en stuur het ook aan de zieke medewerker.
  • de medewerker binnen 6 weken laten oproepen door de bedrijfsarts
  • de bedrijfsarts vervolgens een ProbleemAnalyse (PA) op laten stellen
  • die vertalen (vaak met hulp van de arbodienst) naar een Plan van Aanpak (PvA) en die met de medewerker bespreken en door hem laten tekenen
  • de werknemer in staat stellen de adviezen van de bedrijfsarts op te volgen (meestal door aangepast werk te bieden)
  • bij wijzigingen in de situatie een Bijstelling Plan van Aanpak opstellen, die met de medewerker bespreken en door hem laten tekenen. Gebruik hiervoor het UWV-formulier voor de (Eerstejaars)evaluatie.
  • na 42 weken een melding Langdurige Ziekte aan het UWV doen
  • na ca. 48 weken als er geen uitzicht is op re-integratie in de eigen functie van de medewerker (Spoor 1A) en er ook geen andere passende functie bij de eigen werkgever beschikbaar is (Spoor 1B) door de bedrijfsarts een Functionele MogelijkhedenLijst (FML) op laten stellen. Als al eerder duidelijk is dat Spoor 1 niet zal werken (let op, dat moet wel echt goed geprobeerd zijn!) kan dat ook al eerder gebeuren.
  • Met de FML een Arbeidsdeskundige een ArbeidsDeskundig (AD-)onderzoek laten doen
  • als daaruit inderdaad blijkt dat Spoor 1 niet haalbaar is moet de werkgever Spoor 2 in gang zetten door een re-integratiebureau in te schakelen. Een bureau inschakelen is niet echt verplicht, tenzij de werknemer het eist, maar wel aan te bevelen. Want de eisen die het UWV aan Spoor 2 stelt gaan de deskundigheid van de meeste werkgevers te boven.
  • na 1 jaar de Eerstejaarsevaluatie opstellen en die met de medewerker bespreken en door hem laten tekenen
  • Als er Spoor-2 is opgestart ziet de werkgever de zieke werknemer dan vaak niet meer maar hij wordt toch geacht de voortgang van het Spoor-2-traject te bewaken en de medewerker minstens eens per 6 weken te spreken (en dit schriftelijk vast te leggen!).
  • bij situatie-wijzigingen nog steeds een Bijstelling Plan van Aanpak opstellen, die met de medewerker bespreken en door hem laten tekenen
  • rond de 90 weken op uitnodiging van het UWV de Eindevaluatie (ook wel “Re-integratieverslag” of “RiV”) naar het UWV sturen.

Voor de Probleemanalyse, Plan van Aanpak en (Eerstejaars)evaluatie (ook gebruiken voor de Bijstelling Plan van Aanpak) heeft het UWV standaard formulieren. Het heeft de voorkeur die te gebruiken. Deze formulieren hoeven niet direct naar het UWV gestuurd te worden, dat hoeft pas bij de Eindevaluatie rond de 90 weken. De Eindevaluatie moet online ingediend worden via de website van het UWV.

Als de verzuimperiode wordt onderbroken gedurende minder dan 4 weken dan loopt het Poortwachtertraject gewoon door. Bij onderbreking van 4 weken of meer begint het traject weer van voren af aan. Dat geldt ook voor de loondoorbetalingsverplichting van 104 weken bij ziekte.

Als de werkgever naar het oordeel van het UWV niet aan zijn re-integratieverplichting heeft voldaan kan het UWV hem een loonsanctie opleggen.